Museumstuk - Harrewijn-schaatsen en glis
Riët Timmerman
Van 26 oktober 2019 tot en met 29 februari 2020 is in Museum Het Reghthuys een expositie te zien over de barre winter van 1963. Er worden onder andere foto’s getoond van molentochten, van de Elfstedentocht en van een rit met auto’s over de Giessen. Ook is er een belangrijke plaats ingericht voor diverse soorten schaatsen van verzamelaar Henk de Hek.
Een aantal van deze geëxposeerde schaatsen werd in Giessen-Nieuwkerk gemaakt door de in Brielle geboren Leendert Harrewijn. Hij begon in 1880 een boerensmederij aan de Dorpsstraat en vervaardigde vanaf 1885 schaatsen voor zowel schoon- als hardrijden. De houtjes betrok hij aanvankelijk bij de plaatselijke wagenmaker Sander Kooijman. Toen de kwaliteit volgens Harrewijn niet meer voldoende was week hij uit naar V.d. Berg in Molenaarsgraaf en timmerman Oskam in Peursum. In 1900 nam zoon Cees de smederij en het schaatsen maken van Leen over. Cees bleef het naamstempel van zijn vader gebruiken.
In de vaste collectie van Museum Het Reghthuys zijn, behalve een Harrewijnschaats, diverse schaatsen te zien waarvan de oudste dateert van rond 1850. Hier hangt ook de verre voorganger van de schaats, een glis of glijbeen van meer dan duizend jaar oud. Uit vondsten blijkt dat de mens in de prehistorie al probeerde om ijsvlakten sneller over te steken. Hiervoor gebruikte men schaatsen gemaakt van runder- of paardenbotten. Deze werden geslepen totdat het oppervlak glad genoeg was. De glissers werden voorzien van gaten en met pezen of palingvellen aan de voet bevestigd. Schaatsen was toen nog vooral een kwestie van glijden. Het probleem was dat er met een glis niet kon worden afgezet. Om toch vooruit te komen werd veelal gebruik gemaakt van een of twee prikstokken, die men tussen de benen door naar achteren duwde.
In vroeger tijd was het een traditie tijdens een schaatstocht een Goudse pijp op de jas te naaien. Als men zonder te vallen de tocht volbracht kreeg men als beloning een klein, gebogen pijpje. Enkele exemplaren hiervan zijn te zien in Museum Het Reghthuys.
Bronnen:
Bode-Huizer, A.M. (2012) "Café Pinkeveer in Slingeland" en Timmerman, H.M. (2012) "Pietertje Schreuders." De Kroniek, Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen.